DCD staat voor de Engelse term Developmental Coordination Disorder. Kinderen met DCD hebben zonder dat daar een aanwijsbare verklaring voor is moeite met hun motoriek; ze hebben moeite met het coördineren van hun bewegingen en het aanleren van verschillende motorische vaardigheden. Vrij vertaald wordt het daarom ook wel coördinatieontwikkelingsstoornis genoemd.

Vaak zijn deze kinderen onhandig en bewegen ze zich op een houterige manier. Zij hebben meer tijd nodig iets te leren en uit te voeren. En wat zij geleerd hebben, beklijft minder goed. Dit geldt bijvoorbeeld voor motorische handelingen, zoals leren zwemmen,(naar school) fietsen, sporten, schrijven en zichzelf aan- en uitkleden. Sommige dagen lukt het beter dan andere dagen.

Regelmatig komt DCD voor samen met problemen in de aandacht en concentratie of met problemen in het leren. Ook problemen in spraak/taal, gedrag en sociaal-emotioneel welbevinden komen voor. Bij sommige kinderen is sprake van een bijkomende ontwikkelingsstoornis, zoals een stoornis in het autismespectrum, een leerstoornis (dyslexie of dyscalculie) of spraak-/taalstoornis. Dit geldt niet voor ieder kind met DCD, maar het is wel van belang hier alert op te zijn.