Gehooronderzoek bij kinderen
Om goed te leren praten en te functioneren is een goed gehoor belangrijk. Hoe vroeger wordt ontdekt dat uw kind niet goed hoort, hoe eerder er gestart kan worden met de juiste hulp. Als uw kind doorverwezen is naar het Audiologisch Centrum van Libra Audiologie, dan krijgt uw kind eerst een gehooronderzoek. De manier waarop het gehooronderzoek wordt uitgevoerd, is aangepast aan de leeftijd van het kind.
Na het gehooronderzoek volgt een gesprek met de klinisch fysicus-audioloog (hoofdbehandelaar) om uw hulpvraag en de gegevens te bespreken. Samen met u wordt het vervolgbeleid bepaald. Er kan sprake zijn van een normaal gehoor, een tijdelijk gehoorverlies of een blijvend gehoorverlies. Een tijdelijk gehoorverlies kan ontstaan door bijvoorbeeld verkoudheid, te veel oorsmeer in de gehoorgang of een ontsteking in het middenoor. We zullen dan bespreken of bijvoorbeeld een afspraak bij een kno-arts nodig is. Het gehooronderzoek kan indien nodig weer herhaald worden.
Bij een blijvend gehoorverlies zullen we het gehoor, indien nodig, optimaliseren met hoorhulpmiddelen. Daarnaast starten we mogelijk met intensieve begeleiding van het kind en ouders/verzorgers. Hiervoor kunt u verder lezen in het menu-item 'behandelprogramma slechthorende kinderen'.
Ook zullen we altijd informeren of er naast een hulpvraag op het gebied van gehoor ook vragen zijn over de spraak- en taalontwikkeling. Voor verder onderzoek naar de spraak- en taalontwikkeling kunt u hier verdere informatie vinden.
Gehooronderzoek per leeftijdscategorie
Alle baby’s krijgen een gehoorscreening vlak na de geboorte, landelijk georganiseerd vanuit de jeugdgezondheidszorg. Als ook de derde screening onvoldoende is, wordt u verwezen naar een Audiologisch Centrum voor een uitgebreid gehooronderzoek.
Kinderen tot 6 jaar hebben regelmatig last van middenoorproblemen, bijvoorbeeld door verkoudheid of een oorontsteking. Het gehoor kan hierdoor tijdelijk minder goed zijn.
Ook kan het zijn dat de spraak en taal onvoldoende op gang komt. Dan is het goed om het gehoor te controleren.
U kunt ook zelf twijfels hebben over het gehoor omdat uw kind vaker om herhaling vraagt, informatie niet meekrijgt op school of de TV hard zet. Soms kan ook de leerkracht aangeven dat uw kind niet goed lijkt te horen (in rumoer).
Afhankelijk van de leeftijd van uw kind wordt bij Libra Audiologie één van de onderstaande gehooronderzoeken uitgevoerd:
Omdat baby’s nog onvoldoende kunnen aangeven wat ze horen, bepalen we het gehoorverlies door het functioneren van de gehoorzenuw te meten (BERA). Via enkele electroden op de huid meten we hoe hard we het geluid moeten maken, tot de gehoorzenuw goed reageert. Om weinig storingen te meten, moet het kind heel rustig liggen, het liefst slapen.
Ook wordt de functie van het middenoor getest (tympanometrie). Via een dopje in het oor meten we de beweeglijkheid van het trommelvlies.
Aanvullend wordt OAE-onderzoek (Oto Akoestische Emissies) gedaan. Uw kind krijgt een dopje in het oor dat een geluidje maakt. Als het binnenoor goed werkt, zendt het een geluidje terug. Dit meten we met een microfoontje.
Het gehooronderzoek bij deze jonge kinderen wordt uitgevoerd met VRA (Visual Reinforcement Audiometry). Via de luidspreker (of als het lukt met een dopje in het oor) krijgt het kind een geluidje te horen. Een reactie van het kind op het geluid, wordt beloond met het tonen van een plaatje. Zo blijft het kind langer gericht op de aangeboden geluiden. De onderzoeker laat tonen horen van verschillende toonhoogte en sterkte. Samen gaan we op zoek naar de zachtst hoorbare tonen.
Ook wordt de functie van het middenoor getest (tympanometrie). Via een dopje in het oor meten we de beweeglijkheid van het trommelvlies.
Aanvullend wordt OAE-onderzoek (Oto Akoestische Emissies) gedaan. Uw kind krijgt een dopje in het oor dat een geluidje maakt. Als het binnenoor goed werkt, zendt het een geluidje terug. Dit meten we met een microfoontje.
Het gehooronderzoek in deze leeftijdsgroep wordt getest met een spelletje. Bij spelaudiometrie leren wij uw kind om een handeling uit te voeren, zodra ze een piepje horen (bijvoorbeeld een blokje in een doos leggen). Dit wordt eerst geoefend en daarna krijgt het kind een hoofdtelefoon op. Door deze spelvorm blijft het kind geconcentreerd meewerken aan het gehooronderzoek. De onderzoeker laat tonen horen van verschillende toonhoogte en sterkte. Dit gebeurt voor ieder oor apart. Samen gaan we op zoek naar de zachtst hoorbare tonen.
Zo mogelijk wordt een spraakaudiogram afgenomen (spraakaudiometrie). Via de hoofdtelefoon krijgt uw kind woorden te horen op verschillende geluidsterkten. Deze woorden zegt uw kind na. De onderzoeker telt hoeveel klanken goed verstaan zijn. Het spraakaudiogram zegt veel over het vermogen om spraak te verstaan en over de grootte van het gehoorverlies. Indien het kind de woorden nog niet na kan zeggen, kan het goede woord aangewezen worden (keuze uit plaatjes).
Ook wordt de functie van het middenoor getest (tympanometrie). Via een dopje in het oor meten we de beweeglijkheid van het trommelvlies.
Aanvullend kan OAE-onderzoek (Oto Akoestische Emissies) gedaan worden. Uw kind krijgt een dopje in het oor dat een geluidje maakt. Als het oor binnenoor goed werkt, zendt het een geluidje terug. Dit meten we met een microfoontje.
Kinderen vanaf 6 jaar kunnen over het algemeen een normale gehoortest met een hoofdtelefoon uitvoeren (toonaudiometrie). De onderzoeker laat tonen horen van verschillende toonhoogte en sterkte. Uw kind moet dan aangeven wanneer het iets hoort, door op een knopje te drukken. Dit gebeurt voor ieder oor apart. Samen gaan we op zoek naar de zachtst hoorbare tonen.
Aanvullend wordt een spraakaudiogram afgenomen (spraakaudiometrie). Via de hoofdtelefoon krijgt uw kind woorden te horen op verschillende geluidsterkten. Deze woorden zegt uw kind na. De onderzoeker telt hoeveel klanken goed verstaan zijn. Het spraakaudiogram zegt veel over het vermogen om spraak te verstaan en over de grootte van het gehoorverlies.
Ook wordt de functie van het middenoor getest (tympanometrie). Via een dopje in het oor meten we de beweeglijkheid van het trommelvlies.
Aanvullend kan OAE-onderzoek (Oto Akoestische Emissies) gedaan worden. Uw kind krijgt een dopje in het oor dat een geluidje maakt. Als het binnenoor goed functioneert, zendt het een geluidje terug. Dit meten we met een microfoontje.
Indien er twijfels zijn over het verstaan in rumoer, wordt aanvullend een spraak-in-ruis test afgenomen.