Direct naar inhoud

Job van Laarhoven

Bij de familie Van Laarhoven in Valkenswaard heeft altijd alles om de motorcross gedraaid. ,,Iedereen is er mee bezig, de cross zit gewoon in onze genen”, zo vertelt Daniek van Laarhoven (26).

,,Mijn broertje Job, nu 22, zat op zijn derde al op een quadje en reed op zijn vierde zijn eerste wedstrijd. En later op zijn motor heeft hij het ook ver geschopt. Hij had er het liefst zijn beroep van willen maken. Tot op 20 april 2014 alles, maar dan ook alles veranderde.”

Die dag was Job met zijn ouders op circuit De Lombok in Cuijk voor de jaarlijkse Paascross. Job moest pas aan het einde van de dag rijden en er was sprake van wat tijdsdruk omdat alle wedstrijden voor 18.00 uur afgerond moesten zijn. Daniek: ,,Ons pap had me de uitslag van de eerste manche al doorgebeld en ik zat te wachten op de uitslag van de tweede manche die om 17.30 uur zou beginnen. Maar ik hoorde maar niks. Totdat hij belde en zei dat ik mijn zoontje maar even naar een tante moest brengen en naar Nijmegen moest komen. Dat hebben mijn vriend en ik toen maar gedaan.”

Hel

De rit naar Nijmegen was een hel. Daniek: ,,Constant hingen er mensen aan de telefoon die wilden weten wat er was gebeurd, maar ik wist zelf nog helemaal niks. Bij het Radboud UMC stond ons pap ons op te wachten. Ook Johan Bollen, vriend, monteur en grote steun en toeverlaat van Job, was er. Daar hoorden we uiteindelijk wat er was gebeurd: Job was in een bocht in een sleuf gevallen en in de hectiek van de wedstrijd zijn er vervolgens andere crossers over zijn hoofd gereden.”

Ze vervolgt: ,,Aan de spanning die er in het ziekenhuis hing, voelden we dat het niet goed was. Job had bloedingen in zijn hoofd, daarom werd hij meteen geopereerd om een drukmeter in zijn hoofd te plaatsen. En omdat de situatie zeer ernstig was, hebben de artsen hem toen meteen ook in een kunstmatig coma gebracht.”

Klap op klap

,,Maar toen ze die medicatie twee dagen later gingen afbouwen om Job weer te laten ontwaken, gebeurde er niets. Job bleef in coma en dat was heel zorgwekkend. Het hersenletsel was heel, heel ernstig. Die woensdagavond moesten we bij de artsen komen en hoorden we dat Job niet ontwaakte, niet reageerde op pijnprikkels en dat zijn hersenfuncties nihil waren. Er was een grote kans dat Job in een vegetatieve toestand zou blijven en zijn overlevingskans werd geschat op maar drie procent. We kregen echt klap op klap. Zijn reflexen schoten op en neer, net als zijn bloeddruk en hartslag. Job was heel erg zwak.

Hoop

Pas na twee weken was er wat meer hersenactiviteit. Tijdens een tweede operatie werd een canule, een buisje in de luchtpijp, aangebracht zodat Job weer zelf zou gaan ademen. Ook werd hij toen van de Intensive Care naar Medium Care overgebracht. En weer een week later mocht Job naar de afdeling Neurologie. Toen kregen we weer hoop dat Job het zou overleven, maar we hadden geen flauw idee hoe. Want Job reageerde nog steeds nergens op.”

Prikkeltherapie

Toch mocht Job na vier weken, nog steeds in coma, naar de kliniek van Libra Revalidatie (locatie Leijpark) in Tilburg voor de prikkeltherapie, in vaktaal de Vroege Intensieve Neurorevalidatie. Daniek: ,,Na ongeveer een week zagen we dat Job met sprongen vooruit ging en beetje bij beetje aan het ontwaken was. En toen Job, net als voor het ongeluk, moeite deed om mijn zoontje een speels tikje op zijn neusje te geven, wist ik: Job is er weer! Toen kwam ook snel zijn eerste woordje weer: Chica, de naam van onze hond. Overigens heeft de healing van een bekende uit de motorcross-wereld ook veel geholpen, daar zijn we van overtuigd. Hij kwam een paar keer per week naar zowel Radboud UMC als de kliniek in Leijpark. De medewerkers daar stonden er voor open en erkenden ook de positieve uitwerking van die behandeling. Uiteindelijk mocht Job op 8 juli, na zeven weken in de kliniek van Leijpark, weer naar huis. Lopend! Daarna heeft hij nog zo’n drie maanden elke dag poliklinisch gerevalideerd op locatie Blixembosch in Eindhoven, net als Leijpark onderdeel van Libra Revalidatie.”


Job en Daniek van Laarhoven zijn er voor elkaar, altijd.
Broer en zus steunen elkaar door dik en dun.  

Babygeluk overschaduwd

Daniek vervolgt: ,,Pas toen Job weer thuis was, kwam bij ons pas langzaam het besef wat we allemaal hadden meegemaakt. En ook dat we het zonder de steun van onze familie en vrienden nooit hadden gered. Mijn moeder had al die maanden in het Ronald Mc Donaldhuis ‘gewoond’ en ik reed elke dag met mijn zoontje op en neer om bij Job te kunnen zijn: eerst naar Nijmegen, later naar Tilburg. Ik heb immers maar één broer en we zijn heel close samen. Maar toen het ongeluk gebeurde, was mijn zoontje Jake pas vijf maanden en dat babygeluk werd zwaar overschaduwd door de zorgen om en voor mijn broer. Niks roze wolken voor mij. Ook werken ging niet meer. Door het ongeluk van Job heeft onze hele familie littekens opgelopen die nooit meer verdwijnen. Ons leven staat op zijn kop, nog steeds. Als ik een ambulance zie rijden of piepjes hoor, schrik ik op en denk terug aan die vreselijke periode in ons leven.”

Rouwen    

,,Het is nog steeds heel moeilijk te bevatten allemaal. Ik rouw nog steeds om mijn ‘oude’ broer en heb de gebeurtenissen nog steeds geen plekje kunen geven. Voor het ongeluk was Job een vrolijke, levenslustige macho, altijd bezig met de cross, op stap met zijn vrienden en aan het genieten van het leven. Nu is Job een hele lieve jongen, braaf, best onzeker, snel overprikkeld en ook snel moe. Die veranderingen zijn moeilijk te verwerken. Om al die redenen volg ik nu een therapie traumaverwerking. En hoewel Job geweldig veel ‘geluk’ heeft gehad na het ongeluk, is hij ook veel verloren. Dat vind ik heel erg.”

Boos

Job haalde na het revalidatietraject zijn rijbewijs en pikte ook zijn opleiding tot beveiliger bij het Summa College weer op. Dat bleek uiteindelijk te zwaar en geen haalbare kaart meer. Daarover zegt hij: ,,Ik merkte dat ik gewoon bang was om moe te zijn en ook kwam toen pas het besef dat ik nooit meer zou crossen. Ik was boos! Boos op alles en iedereen, dat was heel moeilijk.” Nu zeg ik: er valt mee te leven, maar het blijft moeilijk. Ik heb veel meer structuur nodig en ook veel slaap. Als ik naar een feestje wil, moet ik daar al een paar dagen van tevoren rekening mee houden en ook de dagen erna moet ik bijslapen.”

Doorgaan

Hij vervolgt: ,,Een vrijwilligersbaan als koerier ben ik kwijtgeraakt omdat ik het maar een paar uur per dag volhou. Terwijl ik dat werk heel graag zou willen blijven doen! Een Wajong-uitkering krijg ik niet omdat het UWV vindt dat ik 20 uur per week kan werken, maar dat is niet realistisch. Echt, ik wil zo graag, maar moet het doen met alleen een kleine uitkering uit de Participatiewet. Maar mijn ongeluk was in 2014 en die wet is pas in 2015 van kracht geworden. En ik mis de sport natuurlijk, die was alles voor me! Ik zou graag weer als hobby willen gaan rijden, maar dat is jammer genoeg te duur. Toch blijf ik doorgaan. Ik ben gaan boksen en merk dat ik nog steeds vooruitgang boek. Ook ga ik van tijd tot tijd weer met een vriend naar crosswedstrijden. En gelukkig kan ik ook nog dromen. Het allerliefst zou ik crossleraar worden, maar dat is geen haalbare kaart. Een baan als koerier is daarom een goede tweede voor mij.”