Sprong vooruit na behandeling CIMT/BiT
Na een gedegen screening door de kinderergotherapeut wordt beslist of het jonge kind geholpen kan worden met de CIMT/BiT behandeling.
CIMT/BiT behandeling is ontwikkeld voor baby’s en peuters vanaf 3 maanden met een unilaterale cerebrale parese, plexuslaesie of asymmetrische arm-handontwikkeling. Bij een kind met één van deze aandoeningen functioneert vaak de ene hand goed, terwijl de andere hand minder wordt ingeschakeld en/of andere bewegingen laat zien. Hierdoor geeft het kind de voorkeur aan het gebruiken van de ‘goede’ arm en hand. In het dagelijks leven benut het kind de aangedane arm onvoldoende, waardoor het functioneren van deze arm niet verbetert of zelfs verslechtert.
Wat zijn CIMT en BiT?
|
CIMT staat voor Constraint Induced Movement Therapy, waarbij het kind een sokje/sling draagt (constraint) om de niet-aangedane hand, zodat de aangedane arm en hand worden gestimuleerd. BiT staat voor Bimanuele Training, waarbij er met beide handen (bimanueel) wordt geoefend en het toepassen van de geleerde vaardigheden van de aangedane arm en hand in tweehandig spel centraal staat. |
In gesprek met Phiep Nieuwenhuis, kinderergotherapeut en mede-ontwikkelaar van deze behandeling.
Heb je al veel kinderen kunnen helpen met deze behandeling?
Phiep: “Ja, we zijn er trots op. De afgelopen jaren hebben we al heel wat jonge kinderen behandeld. Hoe jonger het kind, hoe beter. Dan is het brein nog heel flexibel en kneedbaar. CIMT/BiT is een gedegen zorgpad waar veel kinderen en hun ouders gebruik van maken.
Hoe behandel je de kinderen?
Phiep: “Eigenlijk behandelen wíj de kinderen niet, dat doen de óuders. Wij geven de ouders instructies hoe zij met de kinderen kunnen spelen in de vorm van therapie. Gedurende 8 weken spelen de ouders een half uur per dag met hun kind, waarbij de minder goede hand wordt uitgedaagd. Dat mag ook 3 x 10 minuten per dag zijn, dat maakt verder niet uit. Daarna is er 6 weken rust. Als het nodig is, gaan de ouders en het kind na de rustperiode weer zo’n traject in van 8 weken. De meeste kinderen doen minstens 3 x per jaar zo’n periode of vaker.
En wat is het resultaat?
Phiep: “Echt geweldig om te zien. Als eerste zien we dat de ouders heel goed met hun kind leren omgaan. Heel positief, goed contact en heel bewust. Ouders nemen de instructies mee in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld het geven van een koekje. Ze breken het in tweeën en reiken iedere hand van het kind een stukje aan. Zo stimuleren zij op speelse manier het gebruik van beide handen (tweehandigheid). Dat wordt een routine.
Daarnaast horen we van de ouders zelf dat hun kind de aangedane kant meer gaat gebruiken. Leuk is ook dat ouders onze terminologie gaan overnemen. Ze spreken dan bijvoorbeeld over ‘de pincetgreep’. Hoe sterk het gebruik van de aangedane kant verbetert hangt af van hoe zwaar de Cerebrale Parese is. Dat is bij ieder kind anders.”
Wat betekent dit voor jou als behandelaar?
Phiep: “Hier word ik enthousiast van en hier doe ik het voor. Voor mij is het belangrijk om ouders te helpen om met hun kind van kwetsbaarheid naar kracht te komen. Dat zij met hun kind positief het leven in kunnen. Er is bijna niets mooier dan dat.”
"Eigenlijk behandelen wíj de kinderen niet, dat doen de óuders. Wij geven de ouders instructies hoe zij met de kinderen kunnen spelen in de vorm van therapie."