Direct naar inhoud

Behandelteam

Tijdens het behandeltraject wordt uw kind geholpen door verschillende zorgprofessionals uit verschillende disciplines, die nauw met elkaar samenwerken. De revalidatiearts coördineert het revalidatieproces. Daarnaast kan uw kind begeleid worden door verschillende therapeuten. Denk bijvoorbeeld aan een fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, maatschappelijk werker en psycholoog. Het kan ook voorkomen dat uw kind tijdens de behandelingen in contact komt met collega's in opleiding en stagiairs.

Revalidatiearts

De kinderrevalidatiearts is de medisch specialist die de behandeling coördineert en inhoudelijk eindverantwoordelijk is. De arts is ook degene die vooraf bepaalt of iemand voor revalidatie in aanmerking komt. De revalidatiearts werkt soms nauw samen met de Physician Assistant. De revalidatiearts onderhoudt de contacten met huisarts en specialisten.

Physician Assistant

De physician assistant (PA) is een paramedicus met een aanvullende masteropleiding. De PA werkt nauw samen met de revalidatiearts en neemt diverse taken van de arts over. Hij of zij kan volledig zelfstandig werken in de gebieden waarin hij of zij geautoriseerd is. Op andere gebieden werkt hij onder supervisie. Zo kan de PA heel goed het lichamelijk onderzoek doen, de klachten in kaart brengen, de diagnose stellen en veel voorkomende complicaties behandelen. Tevens onderhoudt de PA contacten met andere specialisten en voert diverse gesprekken met familie van de patiënt.

Hier vindt u meer algemene informatie over wat de PA voor u kan betekenen.

Naast de revalidatiearts en de PA kan het behandelteam, afhankelijk van het behandelplan van uw kind, ook bestaan uit de volgende zorgprofessionals:

De arts-assistent in opleiding tot specialist (AIOS) heeft de basisstudie geneeskunde afgerond en specialiseert zich tot revalidatiearts.

De ergotherapeut begeleidt en stimuleert een kind bij het zo normaal mogelijk uitvoeren van dagelijkse activiteiten, kleuter- en schoolse vaardigheden en persoonlijke verzorging.

De ergotherapeut adviseert over hulpmiddelen die uw kind kunnen helpen. Dat kan een rolstoel zijn, aanpassingen in huis of een klein hulpmiddel zoals een lichte beker of andere pen. Zo nodig geeft de ergotherapeut training in het gebruik hiervan.

Ook onderzoekt de ergotherapeut hoe uw kind alle activiteiten van een dag zo goed mogelijk kan uitvoeren, want er moet een goede balans tussen inspanning en ontspanning zijn.

De fysiotherapeut stimuleert en traint het kind met het ontwikkelen van motorische vaardigheden, kracht- en conditie, ademhaling en behoud van mobiliteit in gewrichten.

Bewegen is belangrijk om progressie van de spierziekte te remmen, is gebleken uit onderzoek. “Bewegen op eigen kracht is vaak te zwaar: de kinderen kunnen een beweging maar enkele keren herhalen en dat is een onvoldoende trainingsprikkel aangezien de algemene aanbeveling is om 30 minuten per dag te bewegen. Stijfheid komt in toenemende mate voor door inactiviteit en speelt een belangrijke rol bij de beperkingen in activiteiten en participatie.” (MM. Janssen et al 2014).

De fysiotherapeut wordt soms ondersteund door een bewegingsagoog.

De bewegingsagoog zet sport- en beweegactiviteiten in om te werken aan de multidisciplinaire doelstellingen.

De logopedist onderzoekt en volgt de vaardigheden die te maken hebben met het mondgebied. Er is speciale aandacht voor de primaire mondfuncties (kauwen, slikken, speekselcontrole, kracht), de spraak en de stem. De logopedist bespreekt en onderzoekt op welk gebied een kind problemen ervaart en geeft advies en/of behandeling. Soms is er samenwerking met de diëtist, bijvoorbeeld wanneer er vragen of zorgen zijn over het gewicht van het kind.

De diëtist is een specialist op het gebied van voeding. Kinderen met een spierziekte hebben regelmatig moeite met het eten van de juiste voeding. Ze hebben bijvoorbeeld last van over- of ondergewicht, verstopping of kauw-/slikproblemen. Het is belangrijk om hier aandacht aan te schenken. Samen met een diëtist kan bekeken worden hoe een voedingspatroon kan worden aangepast zodat uw kind zich er goed bij blijft voelen én alle voedingsstoffen binnenkrijgt die nodig zijn.

De psycholoog en/of orthopedagoog onderzoekt het cognitief functioneren (denkvermogen) en/of de sociaal emotionele ontwikkeling. De psycholoog/orthopedagoog kan handvatten geven om te leren omgaan met eventuele beperkingen of andere problemen die worden ervaren betreffende school, opleiding, dagelijks leven of problemen in de omgang met anderen. Bij deze behandelaar kan men ook terecht met vragen over ouder/kind relatie.

De psychologisch medewerker voert in opdracht van de psycholoog en/of orthopedagoog een psychologisch onderzoek uit. Dit psychologisch onderzoek wordt gebruikt om het cognitief functioneren in kaart te brengen. De verschillende hersenfuncties als aandacht en concentratie, waarneming, geheugen, plannen en organiseren worden onderzocht door middel van allerlei opdrachten. Het sociaal emotioneel functioneren, gedrag, emoties en persoonlijkheidskenmerken kunnen ook in kaart gebracht worden. Dit gebeurt vaak middels vragenlijsten.

De maatschappelijk werker begeleidt ouders. Ouders van kinderen die voor behandeling naar het revalidatiecentrum komen hebben vaak zorgen, vragen of emoties over de (toekomstige) situatie van hun kind.

De maatschappelijk werker ondersteunt hen zowel op praktisch als op emotioneel gebied. Op praktisch gebied: denk hierbij aan informeren over de mogelijkheden voor wonen en zorg of het ondersteunen bij regelzaken. Op emotioneel gebied: denk hierbij aan het ondersteunen van de ouders in het verwerken van de veranderingen en hoe hiermee om te gaan.

Opleiding en stage

Libra wil, naast het leveren van goede zorg, een uitdagende leer- en werkomgeving zijn voor professionals en studenten. Kennisontwikkeling en groei in eigen functioneren staan daarbij centraal. Jaarlijks lopen grote groepen studenten van diverse opleidingen stage bij Libra. Daarnaast leidt Libra, in samenwerking met andere zorginstellingen, een aantal artsen en psychologen op.

Tijdens uw behandeling kan het voorkomen dat u en uw kind te maken krijgen met deze collega’s in opleiding en stagiairs.